Abstract
De veestapel omvatte, in volgorde van belang en omvang, schapen, geiten [te zamen het ‘kleinvee’ vormend], runderen en -zeker in de dorpen- een weinig varkens. Al deze dieren leverden vlees, in de oudheid een luxe-voedsel. Het kleinvee werd hoofdzakelijk gehouden voor de wolproduktie; een verscheidenheid van schapenrassen bracht een navenant
... read more