Abstract
Inleiding De invoering van zelfstandig leren vergt een verandering in de didactiek van docenten. De verandering behelst voor de meeste docenten een overgang van traditionele instructie en frontaal onderwijzen vanuit een docent gestuurd model, naar een meer leerling gestuurd model waarbij de docent functioneert als coach en begeleider van leerprocessen
... read more
van leerlingen. Hoewel de meeste docenten het belang van zelfstandig leren onderschrijven, is niet altijd even duidelijk hoe in de onderwijspraktijk invulling kan worden gegeven aan zelfstandig leren. Bovendien is de invulling mede afhankelijk van de visie van de school, de vaksectie of sector, en de docent, en zal dan ook vaak per school, en wellicht ook per vaksectie of sector en docent verschillen. Het leren begeleiden van zelfstandig leren door docenten kan worden ondersteund door zelfreflectie, feedback van collega’s, en ondersteuning door het schoolbeleid (bijvoorbeeld door de keuze voor bepaalde vormen van professionalisering). Met het oog op ondersteuning voor docenten heeft ISOR (Instituut voor Onderwijsresearch) verschillende observatielijsten ontwikkeld, bedoeld voor gebruik bij reflectie, en feedback door docenten. Verder is het de bedoeling dat de instrumenten kunnen worden gebruikt door het schoolmanagement. Aan de hand van de resultaten na afname van de instrumenten kan ze zicht krijgen op de stand van zaken ten aanzien van het begeleiden van zelfstandig leren. De resultaten kan men gebruiken voor het nemen van beslissingen ten aanzien van het schoolbeleid en professionalisering van docenten. De instrumenten zijn ontwikkeld in samenwerking met een school voor voortgezet onderwijs (aangeduid als school A) en een school voor middelbaar beroepsonderwijs (aangeduid als school B). De instrumenten zijn gebaseerd op literatuuronderzoek naar het begeleiden van zelfstandig leren, een empirisch onderzoek uitgevoerd in 1999 op school A naar de didactiek van docenten bij zelfstandig lereni[i][i], overleg met coördinatoren tweede fase van school A en beleidsmedewerkers onderwijs van school B. In zomer 1999 is een basisinstrument ontwikkeld. Naar aanleiding van een analyse van de visie van de betrokken scholen is voor elke school een aparte variant van het instrument ontwikkeld. Op beide scholen is in najaar 1999 een delphi-onderzoek gehouden, op basis waarvan het instrument verder is ontwikkeld. In winter 2000 is het instrument uitgeprobeerd door docenten en leerlingen van scholen A en B. Enkele deelnemers hebben het instrument op kwaliteit beoordeeld. De indeling van deze handreiking is als volgt. In het volgende hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelde instrumenten en personen die kunnen worden betrokken bij de afname van de instrumenten. In het derde hoofdstuk worden suggesties gegeven voor het gebruik van de instrumenten. In hoofdstuk vier worden de inhoud en opbouw van het eerste instrument gepresenteerd. Dit instrument heeft betrekking op leerfuncties, sturing van het leerproces, en begeleidingsstrategieën. De observatiecategorieën worden uitgebreid omschreven. Het vijfde hoofdstuk geeft een toelichting op het tweede instrument. De bedoeling met dit instrument is dat docenten een inschatting maken van de zelfstandigheid van leerlingen voor de les. Ook kunnen leerlingen een inschatting maken van zichzelf. In het zesde hoofdstuk wordt het onderzoek besproken.
Dit is een ico-isor rapport.
show less