Abstract
Hobbytuinparken worden regelmatig in hun voortbestaan bedreigd door planologische
ontwikkelingen in de nabije omgeving. De planologische ontwikkelingen in het nadeel van hobbytuinen (en andere groengebieden) worden vaak goedgekeurd door overheden. Om bij toekomstige planologische projecten een betere beleidsmatige afweging tussen economische en niet-economische belangen te kunnen maken, wil het Algemeen Verbond
... read more
van Volkstuinders Verenigingen, het AVVN, een methode beschikbaar hebben om de natuurlijke waarde van hobbytuinparken te bepalen. In het kader van de bovengenoemde probleemstelling en de wens van het AVVN, heeft een zesweeks literatuuronderzoek plaatsgevonden ter verkenning van instrumentaria voor natuurwaardering van hobbytuinparken.
Afhankelijk van de visie op natuur zijn de natuurwaarderingsmethoden op te splitsen in twee hoofdstromen: de sociaal-economische natuurwaarde en de ecologische natuurwaarde.
Bij sociaal-economische natuurwaarden gaat het om de belangen en welvaart van de mens (antropocentrisch) en ontlenen natuurwaarderingsmethoden hun criteria aan de functies van de natuur voor de mens. De criteria voor ecologische natuurwaarden zijn gestoeld op de intrinsieke waarde van de natuur (ecocentrisch). De ecologische natuurwaarderingsmethoden ontlenen hun criteria aan fysieke abiotische en biotische eenheden.
De sociaal-economische waardering van natuur in zijn algemeenheid en stadsnatuur in het
bijzonder kan worden uitgedrukt in geld. In dit onderzoek worden een aantal van zulke
waarderingsmethoden toegelicht. De contingent waarderingsmethode geeft weer wat mensen bereid zijn te betalen voor groenvoorzieningen, waarbij alle natuurfuncties betrokken worden. Deze methode wordt geschikt bevonden voor de sociaal-economische waardering van hobbytuinparken.
Bij ecologische natuurwaardering is het soortbegrip nog altijd de belangrijkste eenheid. In dit onderzoek worden een tiental waarderingsmethoden, welke gebruik maken van biologische data, toegelicht. Drie methoden geven samen een redelijk compleet beeld van de ecologische waarde van hobbytuinparken:de ecologische kapitaalindex (EKI), waarderingsmethode op ecosysteemniveau, gebaseerd op het product van de omvang van een gebied (kwantiteit) en kwaliteit ervan; de soortgroeptrendindex (STI), het voorkomen van afzonderlijke soorten behorende tot een
specifieke soortgroep aan de hand van een vast vergelijkingsjaar; de rode-lijstindicator (RLI), bepaalt de zeldzaamheid van soorten en beschrijft de mate waarin een hele soortgroep zich richting uitsterven beweegt.
Bovengenoemde natuurwaarderingsmethoden lijken geschikt om toe te passen op hobbytuinparken. In de protocollen van deze waarderingsmethoden zullen wellicht aanpassingen gemaakt moeten worden om tot operationele instrumenten te komen. De combinatie van de sociaal-economische en de ecologische waarderingsmethoden kan een redelijk compleet beeld geven van de totale natuurlijke waarde van hobbytuinparken.
show less