Abstract
Naar aanleiding van een vraag van de Landelijke Werkgroep Duivenoverlast is een literatuuronderzoek verricht naar de effectiviteit en diervriendelijkheid van de gangbare methoden om duivenoverlast te verminderen of te bestrijden.
Tegenwoordig vormen grote populaties stadsduiven het beeld in de grote steden. Wereldwijd wordt het bestand geschat op 500 miljoen stadsduiven. Er
... read more
wordt aangenomen dat het aantal stadsduiven in veel steden ongeveer 1-10% van het inwonertal is. De overlast die veroorzaakt wordt door de stadsduiven kan zowel objectief als subjectief worden bekeken. De objectieve kant van duivenoverlast is dat pleinen worden bevuild met duivenuitwerpselen, evenals kozijnen en muren van gebouwen. De schoonmaak- en reparatiekosten kunnen aanzienlijk zijn. De subjectieve kant van duivenoverlast wordt gekenmerkt door het feit dat de aanwezigheid van duiven door mensen op verschillende manieren wordt beoordeeld, zowel negatief als positief.
Er bestaan verschillende gangbare methoden om duivenoverlast te verminderen of te bestrijden. Ten eerste zijn er afweermethoden, die ervoor zorgen dat duiven niet meer op een bepaalde plaats voorkomen. Ten tweede zijn er bestrijdingsmethoden: 1) maatregelen die de symptomen bestrijden, namelijk de aanwezigheid van teveel duiven; 2) maatregelen die de oorzaak van duivenoverlast aanpakken.
Om inzicht te krijgen in het functioneren van een populatie stadsduiven wordt er ook uitgebreid ingegaan op de populatie-ecologie van de stadsduif.
Het voedselaanbod is de belangrijkste factor voor het verminderen van de stadsduivenpopulatie. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat met name het voedselaanbod invloed heeft op de populatiegrootte van stadsduiven. De stadsduif is in het centrum van de stad vaak geheel afhankelijk van het voedsel dat door de mensen op straat wordt gegooid en dat ze wordt gevoerd. Door het aan banden leggen van zwerfvuil op straat en het creëren van vaste foerageerplaatsen waar de duiven gevoerd kunnen worden, kan het voedselaanbod voor de stadsduiven gereguleerd worden. Dit kan door op vaste plekken in de stad de duiven te voeren, of door het bouwen van duiventillen op gebouwen, waar duiven gevoerd worden. Het gebruik van deze duiventillen kan goed gecombineerd worden met het manipuleren van de eieren of het toedienen van de steroïden Levonorgestrel en 17--Ethynilestradiol. Om de duiven te weren van bijvoorbeeld kozijnen of balkons kunnen zwakstroomdraden en netten gebruikt worden. Deze afweermethoden zorgen er, in tegenstelling tot de bovengenoemde methoden, niet voor dat het probleem permanent wordt opgelost. De duiven zullen zich namelijk verplaatsen en hierdoor vindt er een verschuiving van het probleem plaats.
Elke stad heeft zijn eigen kenmerken wat betreft de samenstelling van de duivenpopulatie, de leefomgeving en gewoonten van bewoners. Daarom zal elke stad moeten onderzoeken welke methode of combinatie van methoden het beste toegepast kan worden om de duivenoverlast te verminderen of te bestrijden. De prioriteit moet echter wel liggen bij de vermindering van het voedselaanbod.
show less