Abstract
De Fietsbalans is een project van de Fietsersbond waarin het fietsklimaat in gemeenten wordt
onderzocht en beoordeeld. Vanaf 2000 is in 125 gemeenten de fietsbalans opgemaakt. In 2006 begint de Fietsersbond met een nieuwe ronde van het project waarbij nu ook de luchtkwaliteit wordt onderzocht. In dit onderzoek werd verkend op
... read more
welke wijze een betrouwbaar onderzoek naar de gemeentelijke luchtkwaliteit in de Fietsbalans kan worden geïntegreerd en hoe ingewonnen gegevens kunnen worden geïnterpreteerd.
Ultrafijn stof (UFP) blijkt een zeer geschikte stof om in de Fietsbalans te meten. Bij metingen onder
gelijke weersomstandigheden zijn met de fiets op verschillende trajecten grote verschillen gemeten die
samenhangen met de intensiteit en samenstelling van het gemotoriseerde verkeer. De gevoeligheid voor de nabijheid van lokale bronnen, met name het gemotoriseerd verkeer, sluit goed aan bij het verkeerskundige karakter van de Fietsbalans. Effecten van weginrichting en verkeerscirculatie zijn daardoor direct meetbaar. Hoge piekwaarden voor ultrafijn stof worden vooral veroorzaakt door bijzondere voertuigen (zoals bouwkranen, vuilnisauto’s, enzovoort), fileverkeer, vrachtauto’s, bedrijfsbusjes en brom- en snorfietsen).
Ook in de meetauto is met de ultra-fijn-stof-meting heel direct de vervuiling van het gemotoriseerd
verkeer gemeten. Automobilisten zitten bij de korte verplaatsingen binnen de stad echter relatief lang achter een beperkt aantal voertuigen. Vooral de emissies van deze ‘toevallige’ voertuigen bepalen de hoogte van de gemeten concentraties.
Het meten van PM2,5 is minder geschikt voor integratie in de Fietsbalans. Achtergrondconcentraties
(afkomstig van niet lokale bronnen) en weersinvloeden zijn van grote invloed op de meetwaarden en de
metingen op verschillende dagen in verschillende gemeenten zijn daardoor niet goed vergelijkbaar. Ook tonen gemeten concentraties PM2,5 mede daardoor weinig variatie bij verschillen in intensiteiten en samenstelling van het verkeer. Daardoor is de blootstelling ook minder eenvoudig door beleidsmaatregelen te beïnvloeden.
Blootstelling aan fijn stof heeft negatieve gezondheidseffecten. Op basis van de metingen in het kader van de Fietsbalans is het lastig om uitspraken te doen met betrekking tot de gezondheidseffecten van lokale luchtvervuiling. Gedurende de reistijd ondervindt een fietser, zeker na een ademhalingscorrectie vanwege de geleverde inspanning, bijna altijd een hogere blootstelling aan ultrafijn stof en PM2,5 dan een automobilist. Deze blootstelling van fietsers kan worden beïnvloed door de routekeuze. Een lagere blootstelling zal een positief effect hebben op de gezondheid. De blootstelling kan echter niet naar individuele gezondheidsschade worden vertaald. Bovendien zouden in een dergelijke berekening ook de positieve gezondheidseffecten door de lichaamsbeweging van de fietser moeten worden meegenomen.
show less