Jeugdrecht en jeugdbescherming: De aanpak van ernstige opgroei- en opvoedproblematiek: Twee nieuwe leeropdrachten om de jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering te verbeteren

Abstract

Jaarlijks ontvangt ongeveer tien procent van de jongeren in Nederland jeugdzorg. Ter illustratie, in 2016 ging het om 391.660 jongeren. Van deze groep ontving het grootste deel (88 procent) vrijwillige jeugdhulp en werd het resterende deel in het gedwongen kader begeleid, vanwege een kinderbeschermingsmaatregel of in het kader van jeugdreclassering (www.jeugdzorgnederland.nl/wp-content/uploads/2017/07/Cijfers-jeugdzorg-2016.pdf). Langdurige jeugdzorg, hoge recidivecijfers en intergenerationele overdracht van geweld en kindermishandeling suggereren dat niet alle jongeren en gezinnen voldoende baat hebben bij het bestaande zorgaanbod, wat het welzijn en de ontwikkelkansen van deze jongeren ernstig benadeelt.Het afgelopen jaar zijn er twee leerstoelen ingesteld met een leeropdracht gericht op het bevorderen van de aanpak van ernstige opgroei- en opvoedproblematiek. In december 2017 hield Jessica Asscher haar rede, getiteld ‘Onbehandelbaar? De morele plicht tot effectieve forensische orthopedagogiek’, ter aanvaarding van haar benoeming tot hoogleraar Forensische Orthopedagogiek bij de Faculteit Sociale Wetenschappen aan de Universiteit van Utrecht. In oktober 2017 aanvaardde Majone Steketee haar benoeming tot bijzonder hoogleraar Intergenerationele overdracht van geweld in gezinnen bij de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam. De titel van haar inaugurele rede was ‘De olifant in de (kinder)kamer – Intergenerationele overdracht van geweld in gezinnen: hoe doorbreken we de cirkel?’. In deze bijdrage stippen we de belangrijkste punten uit de inaugurele redes aan.