Notitie Invoeringswet Omgevingswet ten behoeve van de Eerste Kamer Commissie IWO

Abstract

In deze korte notitie wordt ingegaan op belangrijke juridische knelpunten die ik zie in het wetsvoorstel Invoeringswet Omgevingswet, zoals deze aan de Eerste Kamer is voorgelegd. De Invoeringswet vult de Omgevingswet aan, wijzigt deze op onderdelen en voorziet in de intrekking van thans geldende regelgeving en in overgangsrecht. Aangezien de Omgevingswet een veelheid aan specifieke onderwerpen regelt, zal ik me conform het verzoek van de Commissie IWO daarbij concentreren op de constitutionele aspecten, meer in het bijzonder op de verhouding tussen wet en lagere regelgeving en decentralisatie. Ik zal daarbij alleen inhoudelijk ingaan op de specifieke onderdelen die in het wetsvoorstel worden geregeld, voor zover dat voor het inzichtelijk maken van de constitutionele knelpunten nodig is. Indien er op specifieke onderdelen vragen zijn of behoefte is aan (nadere) duiding, dan ben ik te allen tijde bereid om mijn licht daarover te laten schijnen. In deze notitie komen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan de orde: - Wetgever/regering: delegatie van regelgevende bevoegdheid (paragraaf 2); - Decentralisatie (paragraaf 3); - De positie van de rechter (paragraaf 4). De te bespreken juridische constitutionele knelpunten zijn niet altijd los te zien van de keuzes die in de Omgevingswet en de vastgestelde amvb’s reeds zijn gemaakt.