Abstract
Het doel van dit proefschrift was het karakteriseren van de rol die neurotransmitter speelt in de ontwikkeling
en het stabiliseren van het zenuwstelsel in de muis. Hiertoe is de Munc18-1 deficiente muis als
modelsysteem gebruikt. Allereerst bevestigde een vergelijking van wildtype, heterozygote en homozygote
munc18-1 deficiente muizen de rol van munc18-1 in synaptische
... read more
secretie. Heterozygote dieren zijn
levensvatbaar, bevatten 50% munc18-1 eiwit (vergeleken met wildtype dieren) en hebben synapsen die in
staat zijn tot neurotransmitter secretie. Homozygote dieren hebben geen munc18-1 eiwit en zijn niet
levensvatbaar, maar ontwikkelen zich wel tot aan de geboorte zonder enige vorm van synaptische activiteit.
Heterozygote dieren lieten minder spontane fusie en minder gestimuleerde fusie van neurotransmitter
blaasjes zien alsmede een verlaagde respons op hypertone oplossingen en versnelde afzwakking van
secretie bij hoogfrequente stimulatie. Uit deze bevindingen is geconcludeerd dat het munc18-1 eiwit nodig
is voor secretie daar het synaptische blaasjes toegangkelijk maakt voor fusie (hoofdstuk 2).
Homozygote dieren waren verlamd en stierven bij geboorte, vermoedelijk door gebrek aan ademhaling.
Analyse van embryonale ontwikkeling door de tijd liet zien dat het mutante centrale zenuwstelsel werd
gevormd maar vervolgens weer degenereerde. Neuronale connectiviteit was normaal en synapsen werden
gevormd en daarom was het gebrek aan synaptische activiteit niet het gevolg van een gebrek aan neuronal
uitgroei of het gebrek aan synapsen. Kennelijk was synaptische activiteit niet zozeer noodzakelijk voor het
aanleggen van neuronale contacten in het brein, maar eerder voor het in stand houden hiervan (hoofdstuk
3).
Op 16 ontwikkeling dag 16 (E16) gaf analyse van synapsen van de neocortex aan dat wildtype en
homozygoot mutante dieren een vergelijkbare synapsmorfologie hadden. Tussen E16 en E18 ontwikkelden
wildtype synapsen zich verder terwijl mutante synapsen dat niet deden. Op beide tijdspunten hadden
wildtype dieren significant meer synapsen dat mutanten. Mutante dieren hadden daarentegen meer
“multivesiculaire structuren” op E18. Dit suggereert dat de mutante synapsen van E16 werden aangepast
tot “multivesiculaire structuren” op E18, en dat de synapsen die op E18 gezien werden nieuw waren. Onze
resultaten geven ook aan dat een synaps die een paar synaptische blaasjes heeft zich alleen tot
volwassenheid kan ontwikkelen wanneer het functioneel is (hoofdstuk 4).
Anatomische analyse en gliële kleuring op E18 lieten zien dat neuronen stierven door apoptose voordat ze
zich morfologisch konden differentiëren wanneer er geen synaptische activiteit is. Bovendien differentiëren
glia zich eerder. TUNEL, macrofaag kleuring en electronen microscopie bevestigden dat cellen stierven
door apoptose. Gliogenese vond voortijdig plaats op plekken waar neuronen gedegenereerd waren en met
een patroon lijkend op dat in volwassenen. Deze resultaten geven aan dat, in de afwezigheid van
fucntionele synapsen, neuronen niet verder differentiëren maar sterven door apoptose (hoofdstuk 5).
show less