Note: In de zomer van 1958 werd aan de Kliniek voor Heelkunde der grote huisdieren een pony met veulen aangeboden. Het onfortuinlijke dier was tijdens een transport van de vrachtauto gevallen, wat resulteerde in een open beenfractuur. Omdat de pony zich bleek te kunnen redden op drie benen en haar veulen moest grootbrengen werd besloten tot amputatie.
Gedurende de behandeling kwam men op het idee de pony een prothese aan te meten. Er werd een gipsafdruk gemaakt, en in samenwerking met N.V. Loth-Prothesen te Utrecht werd een 'kunstbeen' vervaardigd.
De prothese, die zich in de collectie van de Afdeling Diergeneeskunde van het Universiteitsmuseum bevindt, bestaat uit een metalen staaf met rubberdop. Op de staaf is een lederen 'laars' bevestigd, die door middel van een vetersluiting en leren riemen om de stomp werd aangebracht.
Volgens A.W. Kersjes, later hoogleraar Algemene Heelkunde en Heelkunde der Grote Huisdieren, paste de pony zich prima aan en kon deze behandeling onder bepaalde omstandigheden dan ook aangeraden worden.
Helaas heeft de pony slechts korte tijd van haar kunstbeen kunnen profiteren: vier maanden na de ingreep is zij gestorven aan een tetanusinfectie.