Abstract
De metropoolregio Noordelijke Randstad heeft in haar ontwikkeling een voortdurende
creativiteit en aanpassingsvaardigheid getoond. Na elke crisis werden nieuwe ontwikkelingen
aangezet en met succes uitgebouwd. Het regionale bedrijfsleven heeft een neus voor de
nieuwste en grootste krenten in de pap. De verklaring hiervoor wordt in dit essay vooral
gezocht in de voortdurende co-evolutie van
... read more
bedrijvigheid in een gedifferentieerde
productiestructuur. De voor de regio kenmerkende, intensieve relatie van productie met
(internationale) handel en de inbedding in fysieke en kennisnetwerken is hierbij essentieel.
Co-evolutie en handelsinbedding is ook zichtbaar in de recente decennia met de ontwikkeling
van de culturele sector, de ICT-sector, het transportcluster rond Schiphol en de ‘life sciences’,
maar ook in de consumentgerichte activiteiten. De productiestructuur ontwikkelde zich
padafhankelijk, voortbordurend op en gerelateerd aan oudere kennis en structuren, maar
steeds weer creatief en vernieuwend. Het succesvolle evolutionaire economische groeipad van
de Noordvleugel houdt ook in dat door de creatieve ontwikkeling niet meer passende soorten
activiteiten kunnen worden afgestoten. Dit proces van zoeken en vervangen van zwakker
wordende economische onderdelen heet ‘creative destruction’. De ontwikkeling vond niet
alleen plaats binnen de productie- en handelsstructuur maar ook in de ruimte. De economischgeografische
verbindingen tussen de delen van de Noordvleugel werden sterker, vooral tussen
het gebied van Zaanstad-Haarlem-Schiphol-Amsterdam met het gebied van het Gooi, Utrecht
en Amersfoort. Deze regio kan thans worden beschouwd als een belangrijke drager van de
economische stuwkracht van Nederland. Recente inzichten uit de zogenaamde New Economic
Geography bewijzen dat de structurerende werking van infrastructuur vooral langdurig
economisch voordelig is voor de grootste ontsloten agglomeratie. Randstedelijke
investeringen in infrastructuur – van de trekvaart in de Gouden Eeuw tot de huidige
vernieuwde weg- en spoorverbindingen – hebben dus altijd bijgedragen aan de constante
ontwikkelingsmogelijkheden van de Noordelijke Randstad. Ook toekomstige investeringen
waarbij de regio meer wordt ontsloten zullen daar verder aan bijdragen. Naast de
economische ontwikkeling - en wellicht daarmee verbonden - kent de regio vanouds ook een gunstig en tolerant woonmilieu. Hoger opgeleiden en creatieve en ondernemende
bevolkingsgroepen voelen zich er meer dan elders thuis, en geven er bovendien relatief veel
geld uit. Dit geeft een groeiende economische waarde aan Amsterdam en Utrecht als
consumptiesteden. Een interessante vraag is of de aangegeven ontwikkeling ook samenhangt
met de bestuurlijke structuur in de regio - van de stedelijke magistraten in de Gouden Eeuw
tot de huidige bestuurslagen. Vermoedelijk heeft vooral de persistente economische oriëntatie
van stadsbesturen en de actieve stimulering van ondernemerschap door de eeuwen heen steeds
een positieve impuls betekend voor het groeivermogen van steden en de regio. De stedelijke
regio is altijd belangrijk geweest voor de positie van de individuele steden. Gezamenlijke
opgaven en belangen hebben door de tijd immer geleid tot stedelijke samenwerking. Door een
toenemend aantal gezamenlijke belangen is samenwerking in de regio in de nabije toekomst
meer dan ooit nodig. De belangen moeten wel overtuigend aangetoond en ingezien worden.
De bestuurlijke structuur vormt uiteindelijk niet de belangrijkste structurerende kracht van de
regio. Vernieuwing en innovatie zullen de productiestructuur en het handelsnetwerk, en
daarmee de positie van steden, blijvend veranderen. De sterke creativiteit van deze regio leidt
tot de verwachting dat ook na de huidige economische crisis weer nieuwe wegen worden
gevonden voor verdere economische en culturele ontwikkeling.
show less