Abstract
Kennisuitwisseling en diensteninnovatie zijn
mensenwerk, zeker waar het multi-nationale
ondernemingen (MNO’s) en kennisintensieve
zakelijke dienstverleners (KIBS) betreft. De
interacties met MNO’s leveren KIBS veel
toegevoegde waarde op, zowel voor de
gerenommeerde, vaak internationaal
georganiseerde KIBS als voor jonge, startende
KIBS. Omgekeerd levert het MNO’s vooral
marktkennis op. Deze interactie is van groot belang
voor de regionale economie van de Noordvleugel,
waar
... read more
zich in Nederland de grootste concentratie
aan MNO’s en KIBS bevindt. Deze bedrijven
hebben voor een belangrijk deel dezelfde
vestigingsplaatsvoorkeuren: de internationale
bereikbaarheid van Schiphol, het internationaal
stedelijke bedrijfsklimaat en de internationaal
geschoolde beroepsbevolking. In dit onderzoek
staat de vraag centraal of de MNO’s en KIBS meer
met elkaar hebben dan alleen dezelfde
locatievoorkeuren, namelijk of zij elkaar stimuleren
tot een hogere bedrijfsprestatie. Kortom, of (delen
van) de Noordvleugel voor deze bedrijven fungeren
als innovatie en productiviteit bevorderende
agglomeraties.
De veronderstelling is dat kennisuitwisseling tussen
MNO’s en KIBS een bron is van diensteninnovatie.
We weten niet of dit echt zo is, omdat
kennisuitwisseling en innovaties in de diensten zijn
veel minder in statistieken zichtbaar zijn dan in de
industrie. Diensteninnovatie is minder een kwestie
van R&D en patenten, maar meer van interactie
tussen mensen. Omdat het om mensen gaat, zijn
detachering en arbeidsmobiliteit waarschijnlijk van
groot belang voor de diffusie van kennis in de
dienstensector. Het innovatie effect van
kennisuitwisseling wordt er bovendien veel meer
bepaald door de kwaliteit van de dienstverlener.
Geografische nabijheid op zich is daarvoor geen
noodzaak, maar de gezamenlijke aanwezigheid van
MNO’s en KIBS in de Noordvleugel verhoogt
mogelijk wel de kans op uitwisseling van kennis.
Dat gebeurt namelijk via detachering en
arbeidsmobiliteit. We verwachten verder dat
bekendheid met elkaar en marktreputatie bij
kennisuitwisseling een belangrijke rol spelen. Of
kennisuitwisseling leidt tot succesvolle innovaties is
weer een andere vraag. Dat heeft vooral
waarschijnlijk met cognitieve nabijheid te maken.
We veronderstellen dat deze complementariteit in
kennis het gevolg is van werkervaring bij MNO’s in
binnen- en buitenland en dat deze
complementariteit een stimulans is voor
diensteninnovaties. Met andere woorden, we
onderzoeken of de interactie op kennisgebied
tussen MNO’s en KIBS een belangrijke motor vormt
van de economie in de stedelijke agglomeratie in de
Noordvelugel van de Randstad.
Deze veronderstellingen worden in dit onderzoek
getoetst door middel van kwantitatief en kwalitatief
onderzoek. De uitkomsten van het onderzoek
hebben implicaties voor beleid. Meer nog dan op
het binnenhalen van MNO’s zou het regionaal
economische beleid in de Noordvleugel gericht
moeten zijn op het stimuleren van internationale
werkervaring van de kenniswerkers die werkzaam
zijn in de KIBS. Naast het verder faciliteren van de
kennisuitwisseling tussen MNO’s en KIBS, dat de
verantwoordelijkheid van de sector zelf is, en het
opleiden van internationaal geschoolde
kenniswerkers, dat de verantwoordelijk van het
onderwijsveld is, zouden de overheden zich
moeten richten op het woon- en verblijfsklimaat en
op het bevorderen van een tolerante cultuur waarin buitenlandse kennismigranten met open armen
worden ontvangen. Dit zou de koers moeten
bepalen van de ‘gouden driehoek’ aan
ondernemers, onderwijs en overheid in de
Noordvleugel.
show less