Abstract
Kwartair geologie: huidig landschap en ondiepe ondergrond (21 februari)
Inleiding
De bovenste tientallen meters van de ondergrond en het natuurlijke oppervlak zelf; welk fysiek project (iets bouwen) en welk ruimtelijk beleid (gebiedje plannen) heeft daar eigenlijk niet mee te maken? Er is een groot aantal verschillende vormen van kennis over oppervlak en
... read more
ondiepe ondergrond die voor planning en uitvoering bijeengebracht moet worden. Deze wordt aan beleidsmakers gecommuniceerd door deskundigen van uiteenlopende disciplinaire achtergrond. Niet altijd is men zich even bewust van de schotten tussen disciplines binnen de vele deskundigen en/of hoe het bestaan daarvan negatief kan doorwerken in uiteindelijk beleidsbeslissingen.
Een uitdaging van de 21ste eeuw is om te gaan met de steeds groter geworden hoeveelheid kennis en inzicht en veranderde beroepsprofielen. Deze groei en verandering hebben geleid tot steeds grotere kloven tussen tussen ‘gebruikers’ en ‘makers’ van geo-adviezen, en tussen specialistische ‘makers’ onderling. Inzicht in de verschillende bronnen van kennis waarop groepen deskundigen zich baseren kan helpen. Een beleidsmaker met besef over deze aspecten van actuele ondergrondkennis kan verzoeken om advies scherper formuleren en kan zo interdisciplinaire afstemming tussen subdisciplines al in de opdracht afdwingen. Zo’n geïnformeerde beleidsmaker kan ook afzonderlijk ingewonnen adviezen beter verwerken.
Doelstellingen
Het doel van de 2e cursusdag is dat de cursisten aan het eind hiervan:
* Snappen hoe de kennis over het oppervlak en de ondergond van Nederland opgedeeld is (geraakt) over diverse subdisciplines en hoe deze samenwerken.
* Een beeld hebben van het detailniveau van de huidige datasets / kennis producten van het natuurlijke oppervlak van Nederland en van de bovenste meters van de ondergrond.
* Een beeld te hebben van de opbouw van de ondiepe ondergrond van Nederland.
* Een beeld hebben van de ruimtelijke verschillen in opbouw, dominante hydrologische en bodemkundige verschijnselen, en historisch menselijk gebruik van het landschap.
* Besef te kweken over integrale kennis van de toestand onder het oppervlak, in beleidspraktijk aan de orde als subdisciplinaire kennis bijeengebracht moet worden.
Het doel is niet de kwartair-geologische geschiedenis van Nederland kunnen na vertellen o.i.d.; het gaat om ‘Kennis over Kennis’.
Programma
1. Inleiding
a. Schets ondiep professioneel geologisch Nederland
b. Valkuilen / langs elkaar heen praten / onmogelijke wensen
c. Kansen / integraler plannen en benaderen ondergrond
d. ‘Kennis’ en ‘Kennis over Kennis’
2. Kwartair Geologie
a. Grote lijnen doorloop ontstaan Nederland Pleistoceen
b. De belangrijkste formaties
c. ‘Daling = Dikte’
d. IJstijden
e. Sediment
f. Link met cursusdag 1 (tectoniek, diepe en ondiepe hydrologie)
3. Geomorfologie
a. Het actueel hoogtebestand van Nederland. Een revolutie
b. ‘Hoog’ Pleistoceen Nederland: regionale verschillen
c. De mens als geologische factor
d. Link met bodemkunde
e. Link met grondwater-hydrologie
f. Grote lijnen doorloop ontstaan Nederland Holoceen
g. De mens als geologische factor
h. ‘Laag’ Holoceen Nederland: regionale verschillen
i. Link met verstedelijking
j. Link met polder-hydrologie
k. Kustzones, Klimaatverandering
4. Veranderende praktijk (als opmaat naar cursusdag 3)
a. Vroeg in projecten
b. Tijdens uitvoering van projecten
c. Rol van overheden
d. Praktijkverschil Stedelijk / Landelijk
e. Praktijkverschil Hoog / Laag
Docent(-en)/ inleiders
Kim Cohen
show less