Abstract
De jonggeborene, van wiens plechtige doopheffing het Utrechtse stadsbestuur in mei 1660 op het kasteel Buckeburg getuige zou zijn, ontving de namen Philippus Ernestus. Hij was het tiende en laatste kind van graaf Philippus (1601-1681), de stichter der linie Buckeburg, en van Sophia, landgravin van Hessen (1615-1670)