Een eigenzinnige dame : Maria Duijst van Voorhout, vrijvrouwe van Renswoude

Abstract

Maria Duijst van Voorhout, vrijvrouwe van Renswoude (1662-1754) overleed stokoud, steenrijk en zonder nageslacht. Zij liet het grootste deel van haar vermogen na voor een ongebruikelijk doel: zij wenste opleidingsinternaten voor de schranderste jongens uit het Haagse Burgerweeshuis, het Weeshuis der Gereformeerden in Delft en het Utrechtse Stads Ambachtskinderhuis. Zo ontstonden in deze drie steden de Fundaties van de vrijvrouwe van Renswoude, hoogwaardige beroepsopleidingen in voornamelijk technische vakken. De samenleving vond het testament van de vrijvrouwe zeer merkwaardig. Niet alleen omdat zulke beroepsopleidingen nog ongebruikelijk waren, maar vooral omdat de aangewezen pupillen veelal armlastige jongens uit eenvoudige milieus waren. De drie Fundaties van Renswoude begonnen aan hun taak met behulp van een enorm vermogen. De Utrechtse Fundatie kreeg een nieuw, aanzienlijk onderkomen, dat sinds 1761 de Agnietenstraat siert. Het is nog steeds eigendom van de Fundatie van Renswoude