Den verstandigen hovenier, over de twaelf maenden van 't jaer, zijnde het II. deel van Het vermakelyk lant-leven : beschrijvende, hoe men op de beste en bequaemste maniere sal hoven, thuynen, lust-hoven en boomgaerden verordineeren, bereyden, beplanten, en bezaeijen, als mede, hoe men alderhande ooft en fruyt, kruyden en bloemen, wortelen en zaden, op sijn behoorlijke tijt sal vergaderen, met een onderwijsinge van der selver aert, kracht en gebruyk, tot onderhoudinge van 's menschen gesontheyt, seer dienstigh voor alle den genen, die geerne schoone vruchten en groot profijt souden trekken
t'Amsterdam : by de wed. van Gijsbert de Groot
Note: Dl. 2 van: Het vermakelijk land-leven