Abstract
Bij montage van deze kaart van Holland in acht losse bladen zou er rechtsboven een blad ontbreken (de onderste twee bladen bestaan uit een half blad). Het zou dan gaan om het gedeelte van Friesland. Getuige de manier waarop de kaderrand is doorgetrokken, was het echter de bedoeling dat deze
... read more
plek leeg zou blijven. Inhoudelijk kent de kaart een grote nadruk op de waterstaat. Allesbehalve verwonderlijk, aangezien Von Wiebeking een specialist was op het gebied van rivierkartografie. Zo staan bij de rivieren de zomer- en winterbedding, dijken, kribben en dieptelijnen ingetekend. De kaart is een compilatie van bestaande kaarten en berust dus niet op nieuwe opmetingen. Onder meer is gebruikgemaakt van Melchior Bolstra's 'Kaart van de beneden rivier de Maas en de Merwede [...]'. Voor de Alblasserwaard ging Von Wiebeking te rade bij de kaart van dit gebied door Mattheus van Nispen. De tweede uitgave van de overzichtskaart van Utrecht door Bernard de Roy (1743) was eveneens een belangrijke bron, terwijl voor Noord-Holland de kaart van de 'Uytwaterende sluysen in Kennemerland ende West-Vrieslandt' van Jan Jansz. Dou als bron fungeerde. De kaart van Von Wiebeking kent een sterke detaillering, zonder onoverzichtelijk te worden. De plassen in Zuid-Holland, die door de verveningen zijn ontstaan, beeldt Von Wiebeking nauwkeurig af. Hiervoor benutte hij de hoogheemraadschapskaart van Rijnland door Jan Jansz. Dou en Steven van Broeckhuysen (uitgave 1746). De kaart van Von Wiebeking kent geen legenda. In het Gooi, de Utrechtse Heuvelrug en Veluwe is reliëfmarkering aangebracht. Echter niet in de duinen, waar gekozen is voor een gestippelde weergave. Een groot deel van de kaart is voorzien van kleine, staande streepjes, waarmee weilanden worden aangeduid. Boompjes geven de locaties van bossen aan, terwijl moerasgebieden met liggende streepjes zijn weergegeven. De kaart toont vele molens en bij Uithoorn staat zelfs een 'Stoom maschine' vermeld. De wegen en dijken kennen een duidelijke weergave door middel van een dubbele lijn, vaak met aan weerszijden een arcering. In het Marsdiep, het Vlie, de Waddenzee, het Haarlemmermeer en de Zuiderzee zijn dieptecijfers ingetekend. Von Wiebeking nam zijn vak serieus en stelde hoge eisen aan de inhoud van zijn kartografisch werk. Dit blijkt ook uit de tekst op het segment rechtsonder: 'Wer bis ietzt von diesen zweij Provinzen eine, in allen Theilen, genauere Karte als diese herausgegeben hat dem wird von dem Unterzeichneten eine Summe von hundert Ducaten ausgezahlt[.] Wiebeking'. Hoewel de kaart rijk is aan topografie, is de gravure niet hoogstaand. Zo komen de plaatsnamen niet duidelijk naar voren. De kaartbladen, zoals ze hier zijn afgebeeld, werden als losse kaarten gepubliceerd. Later verschenen de bladen ook in een atlas met Von Wiebekings rivierkaarten en vanaf 1798 in zijn boek 'Theoretisch-practische Wasserbaukunst'. Daartoe kregen de kaartbladen nummers middenboven, waardoor tweede staten van de koperplaten ontstonden.
show less