Abstract
Halverwege de 19de eeuw bestond er behoefte aan een duidelijk en volledig overzicht van de waterstaatkundige toestand van het land. Dat hield in een overzicht van alle meren en waterlopen en van alle kunstwerken die ten behoeve van de ontwatering gebouwd waren. De potentiële gebruikers hadden daarnaast ook een overzicht
... read more
nodig van statistische gegevens ontrent de waterstaatkundige eenheden: ligging, grenzen en oppervlakten van de polders en de grondwaterpeilen die in zomer en winter werden aangehouden. Daar hoorde natuurlijk ook een overzicht van de hoogteligging bij. Naast een inventarisatie van de hele waterstaatkundige infrastructuur zou deze kaartserie ook alle informatie over vroegere dijkdoorbraken alsmede militaire objecten moeten brengen. Dat is gerealiseerd door al deze gegevens in te tekenen op een zogenaamde grijsdruk van de ‘Topografische kaart 1:50.000’, die in de periode 1850-1864 was gerealiseerd. De ‘Waterstaatskaart’ is uniek voor Nederland, in geen ander land is ooit zo’n systematische thematische kaartserie over de drainage van het hele grondgebied tot stand gekomen.
Na de eerste initiatieven in 1863, waar een commissie zich over boog waarin ook Winand Carel Hugo Staring (zie tal van andere kaarten in de collectie gedigitaliseerde kaarten ) zitting had, kwam op een zeer voortvarende manier reeds in 1865 het eerste blad van de persen van de Topographische Inrichting, waar op dat moment C.A. Eckstein de leiding over de reproductie had. Het eerste blad verscheen in 1865, en was in kleur door middel van steendruk gereproduceerd. De eerste series waren ‘kwartbladen’ (25 x 40 cm), omdat men vreesde bij het in meerdere drukgangen bedrukken van grotere papieroppervlakken problemen te krijgen met de inpassing van de kleuren (de polders werden elk met een aparte kleur aangegeven); bovendien gaf dit formaat kaartbladen de mogelijkheid veel randinformatie in de kaarten op te nemen: de grootte van de polders en boezemwateren, een lijst van de sluizen en gemalen en andere kunstwerken, reglementen en dijken: alle elementen, die men van belang vond voor een goed begrip van de Nederlandse waterstaat. Het laatste blad van de kaartserie was gereed in 1891.
De eerste bladen van de ‘Waterstaatskaart’, die gereed kwamen, betroffen het (laaggelegen) westen des lands, waar men al wel over hoogte-infomatie gerelateerd aan het Amsterdams Peil beschikte. Toen men later ook aan het hoger gelegen deel van het land toekwam miste men hoogtegegevens; mede hiervoor werd toen de eerste Nauwkeurigheidswaterpassing van het land (1876-1885) uitgevoerd.
Met het terugbrengen van het aantal waterschappen en het verder uitdunnen van de informatie, omdat er ook aparte waterstaatkundige beschrijvingen kwamen, werd het mogelijk om de bladen te vergroten tot het formaat 40 x 50 cm (zogenaamde halve bladen), hetzelfde als dat van de latere bladen van de ‘Topografische kaart 1:50.000’.
Het hier afgebeelde blad ‘Utrecht 2’ betreft een herziening uit 1882; de eerste versie ervan was al in 1869 gepubliceerd.
show less