Expressionisme uit Zwitserland  In het centrum van Davos zijn diverse plaatsen die aan de jaren twintig herinneren. In de plaatselijke boekhandel staat naast de vele in het Duits vertaalde romans van Nederlandse auteurs, op een prominente plaats Der Zauberberg van Thomas Mann uit 1924. Kunstig geëtaleerd met foto’s van Davos uit de jaren twintig. In het Speelgoedmuseum een eindje verderop staat een model van Sanatorium Berghof, de plaats van handeling van De Toverberg. Ongeveer net zo groot als de poppenhuizen in het Rijksmuseum. En nog iets verder, voorbij Confiserie Schneider richting station Davos Dorf, staat het Kirchner Museum dat helemaal gewijd is aan het werk van Ernst Ludwig Kirchner (1880-1938) en de kunstrichting Rot-Blau die in de jaren twintig in de omgeving van Davos ontstond. Zowel in het werk van Thomas Mann als van Kirchner staan de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog op de achtergrond. Al zijn er wel verschillen: toen Thomas Mann zijn Toverberg schreef had hij zijn persoonlijke crisis min of meer verwerkt en streefde hij met zijn nieuwe roman naar een menselijker samenleving gebaseerd op onderling respect, Kirchner was bij aankomst in Davos in 1917 getraumatiseerd zowel in geestelijk als in lichamelijk opzicht. Hij had als hospitaalsoldaat aan de oorlog moeten deelnemen en kwam naar Davos om te kuren. Eerst in het Christliche Pension Wijers, maar dat beviel hem slecht. De langste tijd heeft hij daarna doorgebracht in het berglandschap van Davos-Frauenkirch. Na enige tijd werd de overgang van Berlijn naar Davos in zijn werk zichtbaar: hij had zijn nerveuze manier van tekenen verruild voor een veel rustiger wijze van schilderen met gebruikmaking van heldere kleuren. Het berglandschap en het leven van de bergboeren waren zijn nieuwe onderwerpen. Zijn eigen expressionistische stijl bleef kenmerkend. De cultureel-geïnteresseerde ski-toerist of congresganger die het Kirchner Museum in deze tijd bezoekt, beschouwt Kirchner doorgaans als een plaatselijk artiest, een ‘Graubündner Heimatmaler’, enigszins vergelijkbaar met Ferdinand Hodler in het Berner Oberland. Maar Beat Stutzer, de directeur van het Kunstmusem in Chur, beklemtoont dat het juister is om Kirchner en de Gruppe Rot- Blau te zien als een Zwitserse voortzetting van het Duitse Expressionisme. Voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog ontwikkelden Duitse kunstenaars in de grote steden een aparte beeldtaal om uitdrukking te geven aan het hectische bestaan in de stad. Zo ontstonden de kunstenaarsverenigingen Die Brücke in Berlijn en Der Blaue Reiter in München. Hoofdthema vormde het enigszins verwarde en geïsoleerde bestaan van veel stedelingen. Het betreft vaak mensen in existentiële nood. Daarnaast was er het verlangen naar een ideale wereld. Die werd gezocht in de natuur of op het eiland Fehmarn in de Oostzee. Kirchner was mede-oprichter van Die Brücke. In de jaren dertig werd deze kunst door de nazi’s beschouwd als Entartete Kunst en zijn veel schilderijen vernietigd. Via Kirchner zette dit Duitse Expressionisme zich voort in Zwitserland in richtingen als Das Neue Leben, Dada Zürich en Rot-Blau. Ook daar ging het om de uitbeelding van beklemmende ervaringen, angst en verschrikkingen. Vergelijkbaar met het schilderij De Schreeuw van Edvard Munch. Om de benauwdheden in de grote stad te ontvluchten zochten kunstenaars soms tijdelijk hun heil in een ’Gegenwelt’ en bezochten het Wildbodenhaus van Kirchner in Davos-Frauenkirch of trokken nog verder naar het zuiden naar Monte Verità in Ascona of naar het destijds nog volkomen van de buitenwereld afgesloten Mendrisiotto in Tessin. Onder de patiënten die Davos bezochten om te kuren bevonden zich ook kunstenaars. Dikwijls ontstond er dan contact met Kirchner en was er na verloop van tijd onmiskenbaar sprake van beïnvloeding. Een van hen was de Nederlandse schilder Jan Wiegers (1893-1959) die voor de behandeling van een longaandoening uit Groningen naar Davos was gekomen. Teruggekeerd in Nederland richtte Wiegers de expressionistische kunstenaarsvereniging De Ploeg op zodat Kirchners werkwijze zich ook hier voortzette. Over Zwitserland is vaak opgemerkt dat het weliswaar een prachtig land is maar dat het op kunstzinnig gebied weinig te betekenen heeft gehad, de geschiedenis van de expressionistische schilderkunst leert echter dat dit geen juiste voorstelling van zaken is. Vooral het Kirchner Museum in Davos en het Bündner Kunstmuseum in Chur hebben dat in de afgelopen jaren overtuigend aangetoond. Aan Kirchner en de Gruppe Rot-Blau is op dit moment een grote tentoonstelling gewijd in het Kunstmuseum van Bern. Daarna komt deze tentoonstelling naar het Groninger Museum en is daar te zien van 22 september 2007 tot 13 januari 2008. Daan Thoomes. Tentoonstellingscatalogus: Expressionismus aus den Bergen. Ernst Ludwig Kirchner, Philipp Bauknecht, Jan Wiegers und die Gruppe Rot-Blau. Herausgegeben von Beat Stutzer, Samuel Vitali, Han Steenbruggen und Matthias Frehner. Zürich: Verlag Scheidegger & Spies, 2007. Vgl. oa de tentoonstellingen: Emil Nolde. Aquarelle und Zeichnungen. Aus der Sammlung der Nolde-Stiftung Seebüll, Bündner Kunstmuseum, Chur, 20. Juni bis 13.September 1998; Hermann Scherer. Skulpturen, Gemälde, Holzschnitte. Hrsg. Von Beat Stutzer, Bündner Kunstmuseum, Chur, 31.Juli bis 26.September 1999. Gepubliceerd in: In de Waagschaal, tijdschrift voor theologie, cultuur en politiek, nieuwe jaargang 36, nr. 13, 2007, pp.8-9.  Model van Sanatorium ‘Berghof’ uit de roman De Toverberg van Thomas Mann in het Speelgoedmuseum in Davos. ● ● ● Meester Florian Bätschi met zijn leerlingen Meester Florian Bätschi met zijn leerlingen  Tijdens een vakantie in Zwitserland bezocht ik het Kirchner Museum in Davos. Daar was een tentoonstelling ingericht van de beeldhouwkunst van Ernst Ludwig Kirchner (1880-1938). Heel interessant en in zekere zin ook een ontdekking, want Kirchner was tot dusverre voornamelijk bekend als schilder. Naar nu blijkt, neemt zijn plastische werk eveneens een belangrijke plaats in. Soortgelijke tentoonstellingen zijn er in de afgelopen jaren geweest van het beeldhouwwerk van de schilders Picasso en Matisse. Maar wat heeft sopraporte. Het is een figuratieve voorstelling. Kirchner behoorde tot de groepering ‘Die Brücke’ die bekend stond om zijn expressief-realistische kunst. In het midden staat schoolmeester Florian Bätschi die voorleest. Twee zittende leerlingen steken hun vinger op, een meisje rekent op haar vingers, en een jongen aan de zijkant schijnt te schrijven of te tekenen. Volgens de tentoonstellingscatalogus zou dit jongetje Kirchners laatste zelfportret kunnen zijn. Hij vertelde van zichzelf dat hij vanaf zijn derde levensjaar het liefst van alles tekende. Het houten reliëf maakt een vrolijke indruk en geeft de bezoeker van de school alvast een voorproefje van wat hem in de school te wachten staat. Een harmonisch plaatje dat later ook wel als illustratie heeft gediend voor boekomslagen van onderwijskundige publicaties. Geen loodzware, moraliserende spreuk aan de gevel waar de leerlingen letterlijk onderdoor moesten lopen maar een uitnodigend tafereeltje van gezamenlijk leren. In dit opzicht dus een traditie waarmee werd gebroken. Overal elders in Europa ontstonden in diezelfde periode vernieuwingsscholen waarop wellicht soortgelijke afbeeldingen zijn aangebracht. Het zou aardig zijn om daarvan voorbeelden te kunnen geven met hulp van de lezers van dit blad. Daan Thoomes. Nav Ernst Ludwig Kirchner, Lehrer Florian Bätschi mit Schulkindern, Supraporte, 1936. Literatuur: Ernst Ludwig Kirchner – Das plastische Werk. Eine Führung. Redaktion Roland Scotti. Kirchner Museum Davos, 15. Dezember 2002 bis 23. März 2003. Gepubliceerd in: De School Anno (Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum), jrg. 22, nr. 1, 2004, p. 11. ----------------------------------------------- Tekeningen nav tentoonstellingen in het Bündner Kunstmuseum in Chur en het Kirchner Museum in Davos Daan Thoomes   1. 2.   3. 4. 1. Naar: Emil Nolde, Schlittschuhläufer (1910/11) 2. Naar: Ernst Ludwig Kirchner, Stilleben mit Orangen und Tulpen (1909) 3. Naar: Emil Nolde, Schauspielerin mit gelbem Rock (1910/11) 4. Naar: Hermann Scherer, Bildnis Paul Camenisch (1924) (Laatst gewijzigd: 26 november 2018)