Abstract
Bij het Meldpuntennetwerk Gezondheid en Milieu (MNGM) zijn klachten binnengekomen van
omwonenden van bouw- en sloopwerkzaamheden over stofoverlast. Het MNGM heeft de
Wetenschapswinkel Biologie van de Universiteit Utrecht gevraagd een onderzoek te doen naar de mogelijkheden om deze overlast aan te pakken.
In dit onderzoek is eerst gekeken naar fijn stof, dat een
... read more
bestanddeel is van het vrijkomende bouwstof. Ook is onderzocht wat de juridische mogelijkheden zijn voor omwonenden en het MNGM om de overlast aan te pakken.
In Nederland zijn veel bronnen van fijn stof. Inmiddels is bekend dat langdurige blootstelling aan fijn stof onder andere luchtwegaandoeningen kan veroorzaken zoals chronische bronchitis, longemfyseem en longontstekingen, maar ook hart- en vaataandoeningen. Mensen die deze aandoeningen al hebben lopen extra risico te overlijden aan die aandoening wanneer zij in aanraking komen met fijn stof. Doordat fijn stof bij sloop- en bouwactiviteiten in hoge concentraties vrijkomt en erg makkelijk verspreid wordt over grote afstanden, kunnen gedurende korte tijd lokaal schadelijke concentraties ontstaan rondom een bouwof sloopplaats. Een direct verband tussen de blootstelling aan fijn stof, afkomstig van een bouwplaats, en de eventueel daardoor ontstane gezondheidsklachten is echter moeilijk aan te tonen.
Bij bouw- en sloopwerkzaamheden is veel wet- en regelgeving van kracht. Het gaat om de
Woningwet, het Bouwbesluit, de Bouwverordening en bouw- en sloopvergunningen. Volgens de huidige
wetgeving zijn gezondheidsklachten, veroorzaakt door stof, geen goede grond voor bezwaar.
In het Besluit Luchtkwaliteit zijn normen opgenomen ter bescherming van de bevolking tegen de schadelijke effecten van luchtverontreiniging. Ook voor fijn stof is een grenswaarde vastgesteld. Bij
overschrijding van deze norm moeten maatregelen worden genomen. Overschrijding kan worden geconstateerd door regelmatig te meten op vaste meetpunten. Aangezien bouwstofoverlast meestal lokaal en van korte duur is, wordt deze niet in het reguliere meetprogramma van bijvoorbeeld gemeenten gesignaleerd. De mogelijkheden om bij signalering van overlast actie te ondernemen zijn beperkt.
Omwonenden die stofoverlast ervaren kunnen overleggen met het sloopbedrijf, maar maatregelen ter preventie van de overlast zijn vaak duur. Als dit overleg niet werkt kunnen zij juridische maatregelen
nemen. Zolang de wetgeving niet specifiek ingaat op de gezondheid van omwonenden bij een sloop- of bouwlocatie is het voor omwonenden moeilijk om bezwaar aan te tekenen op grond van gezondheidsklachten.
Het MNGM registreert milieugerelateerde gezondheidsklachten, waaronder ook die door stofoverlast, om een inschatting te kunnen maken van de ernst van het probleem. De beste mogelijkheden voor het MNGM om omwonenden te ondersteunen liggen in de preventie van stofoverlast. Daarbij spelen de vergunningverleningprocedure door de gemeente en de voorlichting aan omwonenden een belangrijke rol, omdat zo tijdig stofbeperkende maatregelen kunnen worden voorgeschreven. Het MNGM zou deze voorlichting kunnen aanvullen of de gemeente aansporen om dit te doen.
show less