Abstract
De centrale onderzoeksvraag van het onderzoek is “In welke mate zijn risico’s onderdeel van de informatierelatie tussen ZBO’s en moederdepartementen en welke dilemma’s treden daarin op?” Aanleiding van het onderzoek is de steeds belangrijkere rol van risicomanagement bij de taakuitvoering van de Rijksoverheid.
Negen publiekrechtelijke ZBO’s en de moederdepartementen (BZK,
... read more
I&W, OCW en VWS) zijn onderzocht. Openbare documenten zoals het jaarverslag, ZBO-evaluaties en het departementaal jaarverslag zijn geanalyseerd. Na de documentenanalyse zijn relevante medewerkers van de moederdepartementen en de ZBO’s geïnterviewd.
De departementale respondenten van BZK en I&W stimuleren risicomanagement bij de ZBO’s en faciliteren een strategische dialoog om risico’s van de ZBO’s te bespreken. De respondenten van de ZBO’s van BZK en I&W delen actief de risico’s met het moederdepartement. Een departementale respondent van OCW daarentegen pakt de risico’s bij ZBO’s nauwelijks op, terwijl de ZBO’s uitgebreide risicoanalyses hebben. De strategische risico’s van de ZBO’s van OCW worden jaarlijks formeel, als verplicht nummertje, besproken met het moederdepartement en verder nauwelijks opgepakt. De departementale respondent van VWS geeft aan dat VWS niet goed weet hoe zij om moeten gaan met risico’s bij de ZBO’s. Risico’s worden amper besproken en de ZBO’s hebben verschillende werkwijzen. Het versnipperde risicomanagement bij de ZBO’s van VWS variëren van goed tot matig.
De rol van een inspectie of toezichthouder kan in de verhouding ZBO en moederdepartement voor een dilemma zorgen bij het bespreken van risico’s. Ondanks dat de relatie tussen ZBO en het moederdepartement gebaseerd is op een hoge mate van openheid en transparantie is het voorgekomen dat een ZBO afgestraft is door een inspectie na het proactief melden van een risico. Een ander dilemma is de indruk die de ZBO’s van OCW en VWS krijgen van het moederdepartement na het melden van risico’s. Het komt over alsof de moederdepartementen niet zo goed weten wat zij moeten doen met de risico’s. ZBO’s kunnen risico’s waar weinig over bekend is achterhouden voor de moederdepartementen, echter willen de ZBO’s informatie over het risico uitwisselen op het moment dat de informatie over het risico betrouwbaar en volledig is.
Drie aanbevelingen worden gegeven aan BZK, FIN en het (toekomstig) kabinet. De eerste aanbeveling is om voorkombare (operationele) risico’s in de uitvoering en externe risico’s die van invloed zijn op de organisatie toe te voegen aan de eisen van risicomanagement in het Normenkader Financieel Beheer en Toezicht. De drie benoemde risicofactoren geven vanuit de theorie en de empirie een compleet overzicht van de risico’s waarmee een ZBO te maken kan krijgen.
De tweede aanbeveling is het professionaliseren van de Rijksbrede werkwijze van risicomanagement bij ZBO’s met de oprichting van het interdepartementaal overleg Cluster Risicomanagement ZBO’s (CRZ). Het CRZ zoekt gezamenlijk een manier voor een eenduidige werkwijze met betrekking tot het eigenaarschap en risicomanagement bij de ZBO’s. Het CRZ kan Rijksbreed besluiten om jaarlijks met de ZBO’s in gesprek te gaan over risico’s en de aankomende Kaderbrief.
De laatste aanbeveling is een rigoureuze verandering in het hart van de parlementaire democratie dat voor verdere professionalisering van rollen bij de overheid kan zorgen. Het onderbrengen van de eigenaarsrol van de ZBO’s onder een nieuw op te richten ministerie scheidt de rollen en laat ZBO’s doelmatiger en doeltreffender werken. Eigenaar en opdrachtgever krijgen hierdoor eigen belangen.
show less