Alcholgebruik onder adolescenten in onvolledige gezinnen verklaard door ouderlijke monitoring en SES: een vergelijking tussen alleenstaande vaders en alleenstaande moeders.

Abstract

Opgroeien in een onvolledig gezin is een risicofactor voor alcoholmisbruik onder adolescenten. Onderzocht werd of een mindere mate van ouderlijke monitoring en lagere SES verklarende factoren waren voor deze relatie. Hierbij werd expliciet verschil gemaakt tussen alleenstaande vader en alleenstaande moeders. In deze studie werd verwacht dat een mindere mate van ouderlijke monitoring een sterkere verklaring zou zijn voor adolescenten die het grootste gedeelte van de tijd bij hun vader wonen en een lagere SES voor adolescenten die het grootste gedeelte van de tijd bij hun moeder wonen. Methode. Data was afkomstig van de Health Behavior in School-aged Children (HBSC) studie van 2013 (N = 5571). Een mediatie-analyse werd uitgevoerd aan de hand van model vier in PROCESS. Resultaten. Een mindere mate van ouderlijke monitoring was een mediator in het verband tussen opgroeien in een onvolledig gezin en alcoholgebruik onder adolescenten. Dit verband lijkt sterker voor adolescenten die het grootste gedeelte van de tijd bij hun vader wonen (β =.21, p = .007) in vergelijking met adolescenten die het grootste gedeelte van de tijd bij hun moeder wonen (β = .07, p = .025). Een lagere SES kon niet worden aangeduid als mediator. Conclusie. Ouderlijke monitoring speelt een rol in het voorkomen van problematisch alcoholgebruik onder adolescenten. Verschillen tussen vaders en moeders moeten hierbij nog verder worden onderzocht om alcoholpreventie programma’s effectiever te maken.