Schot voor open doel

Abstract

Een live-ervaring werd lange tijd gezien als de kenmerkende factor van het medium televisie, maar met de huidige technologische ontwikkelingen lijkt deze onderscheidende factor in het geding te komen. In dit onderzoek wordt aan de hand van de casus STUDIO LIVE gekeken of, en zo ja hoe, de productie van het programma aanstuurt tot het construeren van liveness en eventfulness. Om hier conclusies over te kunnen trekken is de onderzoeksvraag ‘Hoe wordt in de productie van STUDIO LIVE de ervaring van liveness en eventfulness geconstrueerd?’ gesteld. Aan de hand van een productie-onderzoek, waarbinnen gebruik wordt gemaakt van de relevance theory en fine analysis, wordt er gekeken naar de voorbeschouwingen en beschouwingen in de rust van vijf Belgische wedstrijden uit de competitie ‘Play-off 1’. Hierbij worden liveness en eventfulness geoperationaliseerd aan de hand van Jane Feuer en Peter Hühn. Uit de analyses komt naar voren dat de handelswijze van de productie van STUDIO LIVE duidelijk aanstuurt tot het construeren van liveness en eventfulness. Naar aanleiding hiervan kan worden geconcludeerd dat het creëren van een live-ervaring en eventfulness van belang zijn voor de productie van dit sportprogramma. Er kan op basis van dit onderzoek echter niet worden gesteld in hoeverre dit altijd een bewuste keuze is of dat dit onbewust voorkomt in de tactiek van het programma. Dit onderzoek is een bijdrage aan het wetenschappelijk debat omtrent de rol van liveness voor televisieprogramma’s, omdat het aantoont dat het creëren van een live-ervaring, nog altijd, van belang is voor de productie van STUDIO LIVE. Hier voegt dit onderzoek aan toe dat de productie ook waarde hecht aan het construeren van eventfulness. In hoeverre (sport)programma’s in het algemeen belang hechten aan het construeren van deze twee, kan op basis van dit onderzoek niet geconcludeerd worden. Er is dus vervolgonderzoek nodig om hier een conclusie over te kunnen trekken.