Abstract
Dit is een verkennende studie die theorieën over professionals en over bottom-up beleidsvorming combineert. In vele beleidstheorieën wordt gesteld dat een bottom-up proces bijdraagt aan draagvlak. Maar welke elementen binnen zo’n proces zouden daarvoor zorgen? En hoe werkt dit bij doelgroepen die als ‘professionals’ aangemerkt zouden kunnen worden? In literatuur
... read more
over professionals wordt veelal gesproken over het verschil tussen professionals en beleidsmakers in wensen ten aanzien van beleid en de discretionaire ruimte die professionals in staat stelt om beleid in de uitvoering naar de eigen hand te zetten. Hoe kan een beleidsmaker ervoor zorgen dat er in een beginfase van beleid reeds draagvlak onder deze professionals tot stand komt? Dit zijn elementen die in dit onderzoek naar voren komen.
Hierbij wordt de onderzoeksvraag “Welke factoren van een bottom-up beleidvormingsproces dragen bij aan draagvlak onder professionals voor te ontwerpen (organisatie)beleid?” gehanteerd. Deze vraag wordt onderzocht aan de hand van een casus uit de beleidvormingspraktijk. Er wordt gekeken naar factoren binnen ‘ontbijtsessies’ die draagvlak voor BaMa 3.0 hebben kunnen bewerkstelligen onder docenten van de Universiteit Utrecht. Na een theoretische analyse van factoren binnen een bottom-up proces die mogelijk zouden kunnen bijdragen aan draagvlak onder professionals, wordt aan de hand van een drietal onderzoeksmethoden getest welke factoren over het algemeen en binnen de casus een rol spelen. Dit betreft een documentanalyse van documentatie omtrent BaMa 3.0, verkennende interviews met organisatoren en deelnemers en een enquête onder betrokkenen. Uit deze ‘methoden-triangulatie’ volgt dat waarschijnlijk de mogelijkheid om mee te kunnen praten over nieuw beleid, de invloed op de kwaliteit van het nieuwe beleid en het vertrouwen in de beleidsmaker binnen een bottom-up proces belangrijkste factoren zijn ten aanzien van draagvlak voor dit beleid. Binnen de ontbijtsessies blijken deze factoren in enige mate naar voren te komen, waarbij er echter ruimte blijft voor aanbevelingen ten aanzien van ‘mogelijkheid’ en ‘beleidskwaliteit’.
Dit onderzoek zorgt daarmee voor een combinatie van bestaande kennis ten aanzien van bottom-up beleidsvorming. Waar immers de focus eerst lag op de organisatorische kant van dergelijke processen en hun nut, is de focus in deze studie gelegd op factoren binnen zo’n proces. Daarnaast levert deze studie nieuwe kennis op over hetgeen professionals belangrijk vinden en hoe hun steun voor nieuw beleid vergroot zou kunnen worden. Aan de praktische kant geeft deze studie handvatten bij het inrichten van inspraaksessies en een focus op die factoren die het belangrijkst zijn voor steun.
show less