Abstract
Dit eindwerkstuk gaat over stereotypering en representatie in hedendaags Nederlandstalig proza, met als casus Dertig dagen (2015) van Annelies Verbeke. De titel is gebaseerd op een in het Nederlands bekende uitspraak: Jan, Piet en Klaas, waarmee ‘de gewone Nederlander’ bedoeld wordt. In dit onderzoek ga ik na hoe de ‘niet-gewone
... read more
Nederlander’, namelijk de allochtoon, gerepresenteerd wordt in hedendaagse Nederlandstalige literatuur. Meer specifiek onderzoek ik de representatie van Alphonse, het allochtone personage uit Annelies Verbekes Dertig dagen. Ik hanteer hiervoor de volgende onderzoeksvraag:
‘In hoeverre wordt het allochtone personage in Dertig dagen (2015) van Annelies Verbeke gestereotypeerd en leidt deze stereotypering tot een problematiserende representatie van dit personage?’
Om deze vraag te beantwoorden maak ik gebruik van een recent kwantitatief onderzoek naar diversiteit in hedendaags Nederlandstalig proza van Van der Deijl, Pieterse, Prinse en Smeets (2016) en een model afkomstig uit de mediastudies van Erik Kats en Petra Schedler (1989). Middels een close reading van Dertig dagen ga ik na hoe de roman te positioneren valt in het model van Kats en Schedler en vervolgens onderzoek ik in hoeverre de resultaten van diezelfde literaire analyse de resultaten van de distant reading van Pieterse et al. bevestigen of nuanceren. Het blijkt dat in Verbekes roman sprake is van verschillende vormen van stereotypering van het personage Alphonse, waarbij hij echter niet verwordt tot een problematisch personage. Het problematische van Dertig dagen zit hem juist in de spanning tussen Alphonse anders-zijn en zijn niet-geproblematiseerde karakter. Verbeke schrijft een roman die op meerdere manieren geïnterpreteerd kan worden en niet slechts onder één van Kats en Schedlers categorieën – stigmatiserend of doorbrekend - geschaard kan worden. Hiernaast blijkt uit de vergelijking van een close en distant reading dat de daaruit afkomstige resultaten elkaar kunnen tegenspreken. Ondanks de niet-stereotyperende interpretatie gebaseerd op de analyse van Pieterse et al., blijkt dat middels close reading wel stereotyperende elementen uit Dertig dagen te halen zijn. Op die manier nuanceert een close reading van Dertig dagen het onderzoek van Pieterse et al. Beide onderzoeksmethodes hebben elkaar nodig wanneer het gaat om onderzoek naar stereotypering in hedendaags Nederlandstalig proza. Verder onderzoek is nodig om een allesomvattend beeld te kunnen geven van stereotypering en representatie in hedendaags Nederlandstalig proza. Naast onderzoek naar de diversiteit onder personages, is onderzoek naar de institutionele dimensie van het boekenvak en naar diversiteit onder auteurs nodig. Bovendien zou het interessant zijn om na te gaan in hoeverre de literatuur toonaangevend is voor de kunst in het algemeen wanneer het gaat om de stereotypering en representatie van de allochtoon.
show less