De minuscule Marshalleilanden slepen de almachtige kernwapenstaten voor het Internationaal Gerechtshof

Abstract

Een piepklein eilandstaatje stapt naar de rechter, omdat het ervan overtuigd is dat de machtigste staten in de wereld, de kernwapenstaten, zich niet houden aan hun verplichting om te goeder trouw te onderhandelen over volledige nucleaire ontwapening. Alle negen kernwapenstaten – China, Frankrijk, Groot-Brittannië, India, Israël, Noord-Korea, Pakistan, Rusland en de Verenigde Staten – hebben van de Republiek der Marshalleilanden een brief gehad, in april 2014, waarin hen werd gevraagd zich bij het Internationaal Gerechtshof (hierna ‘Hof’) te komen melden. Het Hof zal dan kunnen vaststellen wat precies de verplichtingen zijn van de kernwapenstaten, en of ze zich aan deze verplichtingen houden. Er zijn nogal wat juridische obstakels die moeten worden overwonnen alvorens het Hof de uitspraken kan doen die de Marshalleilanden zo graag wensen. Ik zal in deze bijdrage kijken naar de bevoegdheid van het Hof om de negen verzoeken inhoudelijk te behandelen, en naar de verplichting van de kerngrootmachten met betrekking tot het ontmantelen van hun nucleaire wapenarsenaal. Maar eerst zal ik kort de context schetsen.