Het meten van competentiemotivatie bij kinderen van schoolgaande leeftijd

Abstract

Achtergrond: Competentiemotivatie (de intrinsieke psychologische kracht die het individu stimuleert een vaardigheid te beheersen die redelijk uitdagend voor hem is), is van belang bij het aanleren van vaardigheden. Internationaal wordt de DMQ gebruikt om competentiemotivatie te meten. Echter, een betrouwbaar, bruikbaar en valide instrument om de competentiemotivatie van Nederlandse schoolkinderen te meten ontbreekt. Doel: De betrouwbaarheid, bruikbaarheid en constructvaliditeit van de DMQ-NL bij normaal ontwikkelde Nederlandse kinderen van 6 tot 12 jaar onderzoeken. Methode: De DMQ (45 vragen, zeven subschalen) is vertaald naar het Nederlands. Drieëndertig ouderparen hebben onafhankelijk de DMQ-NL ingevuld over hun normaal ontwikkelende kinderen (6 tot 12 jaar). De betrouwbaarheid is gemeten met behulp van Kappa en ICC; de bruikbaarheid aan de hand van een rapportcijfer; en de constructvaliditeit met een factoranalyse. Resultaten: De overeenkomst van scores op de subschalen en het totale gemiddelde was voldoende tot uitmuntend (ICC 0.603 - 0.843). Op 13 van de 45 items hadden ouders onvoldoende tot matige overeenkomst in scores (ICC0.107 – 0.263). Ouders gaven gemiddeld een 5.8 als rapportcijfer voor de bruikbaarheid. Ze gaven aan dat vragen veel op elkaar leken en veel dubbele ontkenningen werden gebruikt. In totaal zijn drie hoofdfactoren gevonden. Conclusie: De DMQ-NL kan betrouwbaar gebruikt worden onder ouderparen. De bruikbaarheid blijkt net voldoende en de constructvaliditeit is onvoldoende. Vervolgonderzoek met de aangepaste versie van de DMQ-NL naar competentiemotivatie bij kinderen (bij wie het leren van vaardigheden niet vanzelfsprekend is), wordt aangeraden.