Abstract
De onderzoeksvraag van het verslag luidt als volgt:
“In hoeverre zijn twee- en driejarige peuters in staat om conversationele implicaturen te begrijpen en toe te passen op een taak in een gefingeerde situatie en speelt joint attention hierbij een rol?”
De volgende hypothesen zijn hierbij van toepassing:
1) De conditiegroep met joint attention zal
... read more
beter presteren op het begrip en de uitvoering van de taken.
2) De proefpersonen in beide conditiegroepen zullen slechter presteren op het begrip en de uitvoering van de taken waarop indirect is geantwoord.
Aan het experiment namen tweeëndertig proefpersonen deel, in de leeftijd van tweeënhalf tot drieënhalf jaar. Deze proefpersonen zijn ad random en evenredig verdeeld in twee groepen. Er is een groep zonder joint attention en een groep met joint attention. De peuters werden geselecteerd op basis van hun geboortedatum, vocabulaire en moedertaal.
Er zijn in totaal twee onderzoekers betrokken bij het experiment. De opdrachtgever (O1) geeft instructies waarop de klant (O2) positief of negatief antwoordt; hierbij wordt er tevens onderscheid gemaakt in directheid. De medewerker (PP) moet op basis van deze respons de beslissing nemen of de klant de boodschappen wel of niet wilt hebben. Wanneer de klant aangeeft de boodschappen te willen kopen, verplaatst de medewerker het product in het mandje. Wilt de klant de boodschappen niet hebben, dan blijven de producten op tafel liggen.
Na uitvoerige analyse van de resultaten is gebleken dat er een hoofdeffect is van de conditie met joint attention. De proefpersonen in deze groep waren aanzienlijk beter in het begrijpen en uitvoeren van de taak dan in de andere groep. Tevens is er een hoofdeffect op de formulering van de zinnen gevonden. Directe responsen werden in verhouding minder moeilijk gevonden dan indirecte responsen. De proefpersonen hadden de meeste moeite met de indirect negatief geformuleerde items. Daarnaast is er een hoofdeffect van negatie. Directe ontkenningen waren moeilijker te interpreteren dan de directe bevestigingen. Er is tevens sprake van een interactie-effect tussen formulering en conditie. Tot slot is er ook een interactie-effect gevonden tussen formulering en negatie.
Uit het experiment is gebleken dat twee- en driejarige peuters in staat zijn om conversationele implicaturen te begrijpen en toe te passen op verschillende taken. De aanwezigheid van joint attention speelt hierbij tevens een belangrijke rol. Jonge kinderen zijn dus wel degelijk in staat om de communicatieve intenties van andere mensen te interpreteren en te begrijpen (Tomasello, 2005).
show less