Abstract
Een tekst met persoonlijkheid?
Over het toepassen van een menselijk persoonlijkheidsmodel op teksten.
Dit onderzoek heeft een theoretische en een praktische kant. De theoretische kant gaat in op de mogelijke waarde voor teksten van een model waarmee men de persoonlijkheid van mensen in kaart brengt, de Big Five. De invulling voor het
... read more
experiment vormt een onderdeel van de praktische kant, waarbij twee versies van eenzelfde tekst van het design- en communicatiebureau Eden, worden getest op wat voor een author persona zij neerzetten.
Allereerst is door middel van discussies en interviews binnen Eden verkend hoe de mensen, die teksten schrijven en ontwerpen voor de Belastingdienst, dachten over de persoonlijkheid die ze in hun teksten neer wilden zetten. Vervolgens zijn twee Belastingdienstformulieren die qua inhoud identiek waren, maar waarvan de ene als conventioneel werd gezien en de andere als vooruitstrevend, in een experiment getest.
In het experiment werd met een vragenlijst gewerkt, die op zeer grondige wijze naar de eigenschappen van een tekst vroeg, als ware het een persoon. Deze vragenlijst borduurde voort op het onderzoek van Van Goor (2003) waarin zij de Big Five toepaste op reclameteksten. Aan het experiment deden vanuit Eden 13 schrijvers en ontwerpers en 112 lezers mee. Van de lezers kregen 65 personen de conventionele versie te lezen en 47 de vooruitstrevende.
Uit een factoranalyse kwam slechts één factor rollen, later genoemd ‘hulpvaardigheid’. Hierin zitten elf eigenschappen die onderling samenhang vertonen in hoe lezers deze eigenschappen toekennen aan een tekst. Er kwamen dus geenszins vijf factoren uit rollen en ook had de factor die ontstond geen inhoudelijke overeenkomst met één van de vijf factoren uit de Big Five.
Gebleken is dat het nieuwe concept van een vriendelijker, meer empatische persona van de Belastingdienst, nog onvoldoende gemeengoed is onder de medewerkers van Eden. Men denkt nog in algemene en ‘brede’ eigenschaptermen over de persona die men neer wil zetten. Over de persoonlijkheid die in de conventionele versie naar voren komt, is men het in vrij grote mate wel eens. Over de neergezette persona van de vooruitstrevende versie is meer onenigheid.
Bij de lezers was nog minder overeenstemming dan bij de schrijvers. Bij de conventionele versie was men het enkel op de factor Hulpvaardigheid met elkaar eens. Bij de vooruitstrevende versie ook enkel op die factor én zij hadden bij die versie ook nog op zes losse eigenschappen hetzelfde oordeel.
De verschillende versies zetten voor het overgrote deel van de eigenschappen geen verschillende persona’s neer. Ook had de variabele ‘tekstsoort’ geen effect op de factor; de ene tekst vonden de lezers niet hulpvaardiger overkomen dan de andere.
Het overgrote deel van de eigenschappen van de persoonlijkheid, zoals de schrijvers die neer wilden zetten, wordt ook herkend door de lezers. Echter op de factor verschilden de meningen juist hulpvaardigheid bij de conventionele versie; Eden dacht daar een hulpvaardiger persona neer te zetten dan dat de lezers herkenden.
Ik kom uiteindelijk tot de conclusie dat de Big Five niet geschikt is om de persoonlijkheid van een tekst te testen. Naar mijn mening is een tekstpersoonlijkheid toch iets moeilijker te testen dan die van een mens of object. Hiervoor zal een andere methode ontwikkeld moeten worden die rekening houdt met de context (met onder andere zenders en lezersdoelen) waarbinnen een tekst functioneert.
show less